Vijfentwintig jaar geleden opende koningin Beatrix officieel het beeldenpark Zee van Staal. Een gebeurtenis die Wijk aan Zee en omgeving in een zekere staat van opwinding bracht. Terecht. Want het park met elf immens grote beelden imponeerde van meet af aan. Inmiddels is dat aantal opgelopen tot achttien Dit jaar komt nog een nieuw beeld bij. Ten eerste omdat Een Zee van Staal in 2024 jubileert. Ten tweede omdat het stuk grond dat het park aan TenneT heeft uitgeleend, straks weer vrijkomt. Deze grond was tijdelijk bouwterrein voor de aanleg van tientallen elektriciteitskabels die de windenergie van de windparken op zee naar het landelijke elektriciteitsnet voeren. Na voltooiing van de werkzaamheden wordt het terrein hersteld. Een mooie aanleiding voor beide partijen om Een Zee van Staal te verrijken met een nieuw beeld.
Een nieuw beeld aan het park toevoegen? Dat klinkt misschien eenvoudig, maar dat is het niet. Want, aan wie geef je de opdracht? Welke criteria hanteer je? Welke procedures volg je? Een selectiecommissie startte het traject met een uitnodiging aan potentieel geïnteresseerde kunstenaars. Februari 2023 werd een oproep geplaatst in het tijdschrift BK-informatie. Ook via deze website werden gegadigden opgeroepen om zich te melden. De respons was overweldigend. Zo’n 95 kunstenaars reageerden. Uiteindelijk zijn er, na grondige bestudering, drie kunstenaars geselecteerd, te weten: Alphons ter Avest, Maze de Boer en Catinka Kersten. Zij kregen het verzoek om een schetsopdracht uit te werken en te presenteren. Februari 2024 besluit de selectiecommissie wie van deze drie kunstenaars de opdracht krijgt om een nieuw beeld te maken.
Kunstopdracht
De vraag was helder: een beeld van staal. De uitvoering mocht echter breed worden opgevat. Nadrukkelijk werden ook kunstenaars uitgenodigd die normaal gesproken niet met staal werken, maar hun werk wel in staal kunnen (laten) uitvoeren door middel van gieten, 3d-printen, koude vervorming. Wel werd de kunstenaars een leidraad meegegeven, namelijk schone energie, duurzaamheid, fossiel-vrije toekomst, symbiose, een nieuwe tijd.
Expositie
De kunstenaars exposeren hun schetsopdrachten bij KEK in het Kennemer Theater aan het Kerkplein in Beverwijk. De expositie loopt van 10 januari tot 12 februari.
Reacties graag!
De selectiecommissie besluit wie van de drie kunstenaars het beeld uiteindelijk gaat maken. Dat neemt niet weg dat de commissieleden nieuwsgierig zijn naar uw reactie. U vindt een formulier op de expositie waarop u bijvoorbeeld de kunstenaars succes kunt wensen, een hart onder de riem kan steken. Of, zo u wilt, waarop u behartenswaardige opmerkingen kwijt kan over hun schetsopdracht. Hoe dan ook, laat het ons weten.
Mocht u niet in de gelegenheid zijn om de expositie te bezoeken, dan kunt u ook via e-mail uw mening geven: eenzeevanstaal@gmail.com
De selectiecommissie
Jaap Velserboer, curator en bestuurslid EZVS
Hella van der Pal, vice-voorzitter bestuur EZVS
Mattie van der Worm, lid van de Kunstcommissie IJmond
Onno van der Muysenberg, onafhankelijk deskundige
Jaap Durge, Dorpsraad Wijk aan Zee
Manon Raats, TenneT
Raymond Duindam, PWN
Alphons ter Avest
Uitstellen, dat doet Alphons ter Avest graag. Tenminste als het om ideeën gaat. Langzaam aan. Alles gaat toch altijd al veel te snel. Invallen en associaties moet je niet meteen willen vastleggen. Ze moeten nog even pril blijven. Dat is beter, want dan kunnen ze nog alle kanten op. Mensen, ook kunstenaars, zijn vaak geneigd om aan verwachtingen te willen voldoen. Terwijl het juist springerige invallen en grillige gedachtesprongetjes zijn die meer opleveren. Die gaan hun eigen gang en volgen nieuwe niet-geëffende paden. Hij citeert wat dat betreft graag Annie M.G. Schmidt die ooit zei: het komt als ik de was aan het ophangen ben. Terloops bijna. Zo ook bij Alphons.
Dan mag het gaan groeien. En begint het onderzoeken, rekenen en uitproberen. Kàn het ook wat hij wil? Hoe meer voorwaarden, des te interessanter. Een keurslijf ziet hij dan ook niet als een beklemming, eerder een aansporing om op nieuwe vondsten te komen. Als het echt lastig wordt, kan hij zijn tanden erin zetten. Dat is onderdeel van het verhaal. Een queeste bijna, een zoektocht. Maar altijd in het volste vertrouwen dat het lukt. Zegt iemand dat het niet kan? Alphons laat zien dat het wél kan. Niet uit eigenwijzigheid. Maar omdat hij weet – dankzij zijn technische achtergrond, zijn staat van dienst en zijn optimistische instelling: het komt altijd goed.
Zo kijkt hij ook naar de toekomst. Het is tijd voor een kantelpunt. Ons gedrag moet veranderen. We moeten nadenken of ons handelen nog verantwoord is. We zijn allemaal verantwoordelijk voor de klimaatcrisis. Niet alleen naar Schiphol, Shell en Tata Steel wijzen. Onze voetafdruk mag best wat kleiner. Minderen dus, alstublieft. Geldt ook voor hem, als kunstenaar. Daarom ook wil hij een beeld uit één stuk. Met nul procent verspilling van materiaal.
Beeld uit één stuk
‘Sowing the Seeds’ is een beeld van staal uit één stuk met minimaal laswerk. Het begint met een plaat staal met een maximale lengte van twaalf meter, hooguit 2 cm dik. Het eindigt in een fors beeld van 3 bij 4 meter, met een gewicht van 1.400 kg. Het is een staaltje van opperste eenvoud. Bedrieglijk eenvoudig, want dat staal wordt – met de nodige kracht – in één handeling uit een staalplaat gevouwen. Resultaat: één lang sierlijk lint dat als het ware mee golft met de wind.
Vorm, techniek en materiaal vallen naadloos samen in dit kunstwerk. Dat maakt de cirkel rond voor Alphons. Met een minimale voetafdruk, zonder materiaalverlies, alles uit één stuk. Met de natuur als bron. ‘Sowing the Seeds’ is losjes gebaseerd op hondskruid. Jawel, dat wilde orchideetje dat ’s zomers bij Een Zee van Staal weelderig bloeit. Een zeldzame plant die kenmerkend is voor het zeedorpenlandschap aan de kust. Maar je kunt er ook een noot in zien of een zaadje dat zich voor je ontvouwt, maar dan in staal. Gedragsverandering zit ‘m in kleine dingen. Dikwijls begint het met een klein zaadje met verstrekkende gevolgen. Zo ook bij ‘Sowing the Seeds’. De inval of het idee is verscholen in het uiteindelijke resultaat.
Bekijk hier de schetsvoorstellen van Alphons.
Maze de Boer
Het werk van Maze de Boer is lichtvoetig en speels. Uitnodigend ook. Hij maakt graag kunst die ongecompliceerd en toegankelijk oogt. Op het eerste gezicht. Dat daar op het tweede gezicht een idee of concept aan ten grondslag ligt, hoeft niet per se duidelijk te worden. Dat is meer een houvast voor hemzelf. Belangrijker is dat iedereen direct contact heeft met zijn werk, het kan ‘snappen’, aanraken, voelen en waarderen. Dat geldt voor de jonge onbevangen kijker, voor de ervaren kunstliefhebber én voor hemzelf.
Maze is namelijk zelf ook altijd nieuwsgierig naar de wereld achter vertrouwde zaken uit het leven van alledag. Die verwondering over doodgewone dingen in het bestaan en de werking ervan, wil hij delen met de toeschouwer. Als jongetje was hij al gefascineerd door de voorwerpen in zijn omgeving. Als vele andere kinderen sloopte hij klokken, fietsen en walkmans, maar als een van de weinigen zette hij ze ook weer in elkaar. En daar ontsproot de fascinatie voor het wonder van de constructie. De verborgen schoonheid van de dingen.
Een Zee van Staal ervaart hij als groots, onwrikbaar en spannend. Vergelijkbaar met de onstuimige zee, de grilligheid van de natuur en de kracht van staal. Kortom, een gedroomde locatie. Want de duinen, de kunst en de industrie zijn grootheden die je van je sokken blazen, die om tegenkracht vragen. Laat dat maar aan Maze over.
Conservatory
Vanuit de verte zie je al wat het voorstelt. Het is een kas. Geen glazen tuinbouwkas, maar een stalen kas. Een ‘conservatory’ van 8,5 m hoog, 8 m breed en 10 m lang. Helder en licht. Eenvoudig en stevig van vorm, met klare lijnen. Lijnen die het land en de lucht erboven in een lijst vangen. Er is geen deur, maar je kunt er vanaf alle kanten instappen. Zo raakt de kas ook begroeid met planten en bloemen uit de omringende natuur, waarmee de grens tussen binnen en buiten wordt opgeheven.
Als je dichterbij komt, ontdek je steeds meer. Zoals het gebruik van verschillende materialen, hergebruikt van schepen, containers en restmateriaal. Of het reliëf van het staal, als van een mossenlandschap. Kijk je omhoog dan zie je ornamentjes van gietijzer die het dak sieren. Ze golven mee met de golven die op het strand slaan.
Hij kan zich verheugen op de wisseling van de seizoenen. Want reken maar dat zijn kas er hartje zomer anders uitziet. Of als het sneeuwt en het staal wordt bedekt. Hij komt om de vijf jaar terug om te zien hoe het zijn kas vergaat. Elk bezoek wordt geboekstaafd, in welke vorm is nog ongewis. Wel weet hij dat over 25 jaar, dus bij het 50-jarig jubileum van Een Zee van Staal een document – of een publicatie, een film of fotoserie – ligt dat ontwikkeling van de ogenschijnlijk statische kas toont.
Bekijk hier de schetsvoorstellen van Maze.
Catinka Kersten
Catinka Kersten houdt van de duinen. Van het helmgras, de kleuren en de geborgenheid. Als kind al, toen ze opgroeide in Alkmaar. Nu ze in Den Haag woont, komt ze dikwijls in de Hollandse Duinen bij Hoek van Holland. Een Zee van Staal, gelegen in de duinen van Wijk aan Zee, voelt dan ook zeer vertrouwd. Met één belangrijk verschil. Het beeldenpark ligt pal naast een gigantisch industrieterrein. Maar wat blijkt tot haar verrassing? Zelfs op deze plek behouden de duinen hun vriendelijke uitstraling. Ze gaan niet de confrontatie aan – nee, ze bewegen mee. Alsof er een zachtheid over het land komt. Ze glooien en kleuren geel en roodoranje door de muurpeper, dat plantje dat hier rijkelijk bloeit. ‘Kijk’, zegt Catinka, ‘zo moet ook mijn beeld worden!’ Eigenzinnig maar meebewegend. Zacht maar ook hard.
Dat fietspad dat dwars door Een Zee van Staal loopt, ja, dat staat haar helemaal aan. Het liefst maakt ze namelijk kunst voor de openbare ruimte, voor rotondes of pleinen. Ofwel plekken waar veel mensen komen, waar de kunst goed zichtbaar is en vanzelfsprekend aanwezig. En als ze het dan toch voor het zeggen heeft: haar beeld wil ze gewichtloos door de tijd laten zweven. ‘Alsof het hier al eeuwen ligt en nog eeuwenlang zal blijven liggen.’
Eerbetoon aan de bultrug
Gewichtloos? Dan denk je aan een veertje of een zeepbel. Niet aan een bultrug van zo’n vijftien meter lang. Catinka wel, en dat heeft alles te maken met de lichtvoetige aard van het beest. Een bultrug is nieuwsgierig, sociaal en vrolijk. Sinds kort duikt hij, verbazingwekkend genoeg, weer op in de Noordzee. Dat kun je in deze zorgwekkende tijden als een opsteker beschouwen. Deze walvis is namelijk van onschatbare waarde voor het wereldwijde ecosysteem van oceanen en zeeën. Hij speelt – door zijn bemesting van het fytoplankton – een cruciale rol als ‘bezorger’ van zuurstof en als ‘afvanger’ van indrukwekkende hoeveelheden CO2. Een ware opsteker dus, maar wel met een treurige ondertoon: op de bultrug wordt, wrang genoeg, nog steeds gejaagd.
De bultrug van Catinka ligt veilig in een duinpan. Hij is gemaakt op ware grootte. Zon en regen hebben door de opengewerkte huid vrij spel. Als basis dient een houten constructie die zij met canvas bespant. Deze vult ze met vlokken polyether, in de vorm van muurpeper, om zo de door haar verlangde zachtheid te bewerkstelligen. Daarna wordt de bultrugwalvis in gietijzer gegoten. De echte muurpeper gaat er allengs doorheen groeien. Net als de peen, ossentong, slangenkruid en al die andere duinflora die het hier zo goed doet. Dit beeld harmonieert met de duinnatuur én met de bobbelige structuur van ijzer en staal. Het is een beeld dat juist op deze plek tal van tegenstellingen weet op te heffen. Dat kan met een vrolijke, onverzettelijke bultrug van staal en muurpeper.
Bekijk hier de schetsvoorstellen van Catinka.